Dominee Fokko Kuipers in de Driestwegkerk in Nunspeet.
Dominee Fokko Kuipers in de Driestwegkerk in Nunspeet. Barry Wensink

'Als je ziet hoe Jezus met ziekte en zondaars omging, zegt dat genoeg'

"Wij zijn daar heel duidelijk in en volgen de richtlijnen van de overheid. Kerken die wel open gaan, halen de media en ook ik word daar op aangesproken. Negentig procent van de kerken volgt de adviezen van de landelijke overheid. Vaak worden we in één adem genoemd met de tien procent die een andere weg kiest. Dan heeft ‘de kerk' het weer gedaan. Enige nuance is hier dus gewenst.”

Dat gezegd hebbende, gaan we pakweg een halve eeuw terug in de geschiedenis. "Ik kom uit een kerkelijk nest waar gezin, school, kerk en dorp erg belangrijk waren. Als klein jochie ging ik op zondag tweemaal met mijn ouders naar de kerk." Na het volgen van Havo/VWO ging Kuipers naar de Pedagogische Academie in Groningen." Na het afronden daarvan besloot Kuipers om door te studeren. "Ik was nog niet uitgeleerd en wilde iets met mensen en geloof doen. Daar raak je nooit over uitgepraat. Bovendien was er in die tijd, begin jaren tachtig, nauwelijks werk in het onderwijs, dus ik kon niet veel met mijn diploma." Het werd de opleiding Theologie in Kampen en dat duurde acht jaar. "Ik woonde daar op kamers en heb er een fijne tijd gehad. Later bleek dat mijn vrouw er toen ook studeerde. Zij zat op de sociale academie. Pas in 1994 zagen we het licht in elkaars ogen."
In het laatste jaar van zijn studie kreeg Fokko Kuipers regelmatig de vraag of hij op zondag voor wilde gaan. "Die aanvragen kwamen uit het hele land. Als student ben je relatief goedkoop en dat was interessant voor kleinere kerken." De dominee werd 'geraakt' door het verzoek van de gemeente Nieuw Buinen in Drenthe. "Ook zij vroegen of ik wilde praten, omdat ze een dominee zochten." De kerk werd, op 35 kilometer afstand van zijn ouderlijk huis, de eerste werkplek voor Kuipers. "Ik ben er vijf jaar geweest en heb het beroep daar een beetje mogen leren."
Sliedrecht werd, voor een periode van zo' n vier jaar, de tweede gemeente. In het jaar 2000 volgde Hoogeveen. Zes jaar later vertrok het gezin, er waren inmiddels vier kinderen, naar Amerongen. "Tegen de Utrechtse Heuvelrug aan. Een prachtige omgeving en een lieve gemeente", zegt hij daar zelf over.
Liefst tien jaar bracht Kuipers er door. Sinds september 2016 is de dominee verbonden aan de Nunspeetse gemeente. Met ongeveer 1.300 leden zijn grootste tot dusverre. "Ik denk dat ik de mensen ondertussen redelijk heb leren kennen." De leden komen oorspronkelijk veelal van buiten Nunspeet. "Denk aan mensen die hier na hun pensioen zijn gaan wonen, maar ook aan mensen die bij defensie werk(t)en, bij Philadelphia of bij andere grote bedrijven." Hij gaat verder: "We groeien in kwaliteit, maar helaas niet in kwantiteit. Op natuurlijke wijze raken we ieder jaar zo' n 25 mensen kwijt."
Er passen zo' n 450 mensen in de kerk, maar die zitten er alleen op Kerstavond. "Meestal zijn het er rond de 200 op een reguliere zondagmorgen." De dominee heeft het dan over de situatie voordat corona voorbij kwam. "Gelukkig hadden we het technisch al goed voor elkaar en konden we snel schakelen. Voelde me soms net een tv-dominee en had verwacht dat het maar een paar weken zou duren. Er viel heel veel weg als je elkaar niet meer ziet. Ik ben plaatsvervangend verdrietig voor de mensen. Als predikant ben je toch vaak een soort verbinder."
We vragen of Kuipers corona als een straf van God ziet. "Nee, zeker niet. We zoeken naar antwoorden die er niet zijn. Het belangrijkste in ons leven is dat we Christus steeds centraal laten staan. Als je ziet hoe Jezus met ziekte en zondaars omging, dan zegt dat genoeg." Hoe ziet de dominee zijn eigen toekomst? "Ik kan deze gemeente nu niet loslaten. Weet ook nog niet precies hoelang ik wil blijven werken. Het is een prachtig, maar pittig beroep. Kan me ook voorstellen dat er collega' s zijn die eerder willen stoppen."